Door Martin Blommestijn
Ruben Emanuel Östlund (1891 – 1981) is een van de bekende Zweedse ontwerpers
Östlund groeit op in Stockholm en na zijn opleiding werktuigbouwkunde aan de Technische School in Stockholm begint hij zijn carrière bij de ”Södra Varvets” machinefabriek. Daarna werkt hij aan de ontwikkeling van de Atlas motoren (het latere Atlas Copco), Avance en later bij de grote fabrikant van scheepsmotoren Bolinder. Hoewel Östlund geen formele opleiding in de scheepsbouw heeft genoten, ontwerpt en bouwt hij in zijn vrije tijd boten. Hij maakt zich daarbij bekend met het werk van Carl Gustaf Pettersson en Knut Ljungberg die hij beiden zeer bewondert. De dan 24-jarige Östlund treedt in 1915 in dienst bij Pettersson, die daarbij de rol van mentor op zich neemt. Na 5 jaar onder de hoede van de oude meester te hebben gewerkt begint Östlund als zelfstandig constructeur.
Met zowel Pettersson als Ljungberg heeft Östlund levendige discussies over scheepsontwerpen en heeft daarbij zo zijn eigen ideeën over optimale lengte/breedte verhoudingen: Östlunds eerste ontwerpen hebben de stilistische kenmerken van Petterssons boten maar spoedig ontwikkelt hij zijn eigen stijl: tijdens de wedstrijden is een voller achterschip meer geschikt voor het bereiken van hoge snelheid dan de ontwerpen van de concurrerende boten.
Gedurende de tweede helft van de jaren twintig en in de jaren dertig ontwerpt hij voornamelijk zogenaamde ’roef- en autoboten’ die in grote aantallen bij diverse werven worden gebouwd. Ook tekent hij ontwerpen van boten met buitenboordmotor voor deelname in Europesees wedstrijdverband. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwerpt Östlund naast stalen en aluminium schepen tevens landingsvaartuigen voor de Marine.
Hoewel menigeen bij Östlund denkt aan de ontwerpen in de stijl van Pettersson: elegante, klassiek gelijnde, met gemiddelde snelheid varende ‘familieboten’ met kajuit, lag Östlunds passie in het ontwerpen van raceboten, waarvan de Sea Song en de Svalan van de Zweedse ‘lucifer magnaat’
Ivar Kreuger het meest tot de verbeelding spreken. De Svalan (Zwaluw) werd in 1928 op de Lidingö-werf gebouwd. De boot (37 ft, 4.9 ton) beschikte over een 31.9 liter (!) V12 Hispano-Suiza motor en bereikte met 650 pk een topsnelheid van 52 knopen.
Ivar Kreugers Svalan
Östlund geeft gedurende zijn werkzame leven blijk open te staan voor de ontwikkelingen in de maritieme techniek en voorspelt, in een artikel van zijn hand, het gebruik van kunststoffen voor bepaalde onderdelen en details in de scheepsbouw. In hetzefde artikel verwacht hij tevens de toenemende acceptatie van watervast hechthout en lamellenconstructies. Over het gebruik van kunstof zegt hij later dat hij niet had verwacht dat ’plastic’ op zo’n grote schaal ook als rompmateriaal zou worden gebruikt: ”Tegenwoordig zijn het chemici die boten bouwen. Vermijd dit soort ontwerpers die boten construeren waarvan je de voorkant niet van de achterkant kunt onderscheiden”. Östlund heeft diverse boeken geschreven en het archief van het Nationaal Maritiem Museum in Stockholm bevat ca. 450 kopieën van ontwerpen van zijn hand.
Bronnen: