Boot: ‘Hestia’, Storebro Adler 34, 10,35 x 3,20 m
Over de eigenaren
Sorry, deze content is alleen bedoeld voor leden van de Zweedse Klassiekers Club. Log in als je een lid bent of meld je aan als lid.
De (aankoop)historie
Afgelopen zomer was ik met mijn vrouw in Henley on Thames. We maakten er een wandeling langs de rivieroever, waar veel motorboten afgemeerd lagen. Eigenlijk niet zo mijn interesse – ik ben een echte zeiler en deel met twee vrienden al heel lang een zeiljacht. Mijn vrouw vindt zeilen wel aardig, maar hunkert al jaren naar een flinke motorboot, als varend zomerhuisje en om toertochten mee te maken. Bijvoorbeeld naar Dordrecht, Middelburg, Antwerpen en later over de binnenwateren van België, Frankrijk en Duitsland.
Er lag een mooi klassiek model tussen, dat ik niet kende, met een bordje “For sale” en een verbazend lage vraagprijs erop. Dat verdiende nader onderzoek! We mochten even rondkijken en kregen een en ander te horen. De motoren werden gestart – indrukwekkend maar nogal lawaaiig, vonden we.
‘Op jacht’
Terug in Amsterdam vond ik allerlei minder gunstige berichten over die motoren uit 1969, zodat deze Engelse boot afviel. Maar we waren gevallen voor het model, dus ben ik via internet andere exemplaren gaan zoeken. Eentje in Bensersiel, net onder het Duitse waddeneiland Langeoog, leek het helemaal. Jonger, met nog veel jongere motoren en al heel lang te koop, dus sterk in prijs verlaagd. De verkoper was bejaard en zag het – na 16 jaar samen uitgebreid toeren op de Noord- en Oostzee – na het overlijden van zijn echtgenote, niet meer zitten alleen te varen. Na de kostbare vernieuwing van de beide dieselpompen beoordeelde onze ‘Sachverständiger im Deutschen Boots- und Schiffbauersverband’ de boot als structureel en mechanisch goed, maar met nogal wat achterstallig onderhoud aan het teak dek en de mahonie opbouw. Dat leek me geen probleem: we hebben 25 jaar lang een even groot houten zeiljacht in de familie gehad. Dus erheen, proefgevaren (soepel 17 knopen!), contract getekend en Sekt gedronken.
Weken later, toen er een paar vrije dagen met niet al te veel wind en regen gloorden, voer ik met twee bevriende wadvaarders en toch weer 5 à 6 Beaufort ’s middags over de wantijen naar Borkum. Later, diep in de herfst, dus koud en met matig zicht langs de gelukkig grote boeien, naar Delfzijl, binnendoor naar Lemmer, langs Enkhuizen naar Amsterdam en Vinkeveen. We hebben inmiddels een goede ligplaats gevonden, prettig dicht bij Amsterdam, waar we wonen. Nu is het wachten op het einde van de maartse winter voor de aanpak van al dat schilderwerk!
Hartelijke vaargroet